De beste thrillers van 2013

CrimeZone Magazine Longlist

Het Amazoneverbond staat op de longlist van genomineerden voor “Beste thriller van 2013”!

Zo sta je dan ineens tussen grootheden als Dan Brown en John Grisham. Slechts 22 Nederlandse auteurs staan op de lijst. Uitgeverij de Crime Compagnie begrijpt blijkbaar iets van thrillers want ook collega’s Linda Jansma, Marelle Boersma (niet op het plaatje) en Anne Nicolai zijn in de race. Spannend!

Vanaf 23 september kan er gestemd worden door het publiek. Help mij op de shortlist komen aub!

CrimeZone recensie

Het Amazoneverbond wordt door de Crimezone thrillerexperts goed beoordeeld!

Op de website van CrimeZone kunt u lezen hoe Het Amazoneverbond wordt beoordeeld. Een lezersgroep heeft Het Amazoneverbond op de pijnbank gelegd en zeer kritisch bekeken. De individuele beoordelingen van de lezers kunt u bekijken op deze website. De overall beoordeling wil ik u echter niet onthouden.

2013-06-17 CrimeZone - Recensie 02

Ben jij een Amazone?

Amazones zijn stoer. Amazones zijn topvrouwen. Amazones veroveren de wereld! Sinds het Amazoneverbond weten we waar vrouwen toe in staat zijn als ze liefhebben, maar ook als ze boos zijn!

Ook jij kunt toetreden tot het zeer selecte gezelschap van Het Amazoneverbond. Stuur een foto van jezelf als Amazone naar de Facebookpagina van Het Amazoneverbond. Elke week wordt er uit deze foto’s een Amazone geselecteerd die een gesigneerd boek van Het Amazoneverbond thuis ontvangt met daarin de door mij geschreven bevestiging dat jij een Amazone bent!

_Amazones

Doe mee en win een uniek exemplaar van Het Amazoneverbond !!

Darling (op de crimescene)

_GrafittiKill Your darlings is het advies aan elke schrijver. En terecht! Vandaag een leuke omdat u nu al op de voorpublicatie kunt lezen hoe het uiteindelijk is geworden.

Dit stukje komt uit het gesprek tussen John en de uitvoerder. Het is verwijderd omdat het de vaart uit het verhaal haalt. Als kritiek van de proeflezers kreeg ik namelijk terug dat het begin “sneller” moest worden. Weg dus met de grafitti en de stelende Oost-Europeanen…

Het ligt gewoon aan die rottige Oost-Europeanen. Die knippen steeds de kettingen bij de poorten door. Daar valt niet tegen te beveiligen. Als jullie die nou eens zouden pakken…’
‘Welke Oost-Europeanen bedoelt u?’ John moest inwendig glimlachen om het stopwoordje van de uitvoerder. Hij negeerde de intimiderende houding en de bijna standaard kritiek op de keuzes die de politie maakt bij het aanpakken van misdaad volledig. Hij had er zich al lang geleden bij neergelegd dat het grote publiek maar niet wilde begrijpen dat die keuzes niet door de politie maar door de politiek werden gemaakt. In de jaren die achter hem lagen had hij zo ongeveer elke vorm van fysieke en verbale intimidatie wel meegemaakt. De samenleving veroorloofde zich een steeds vrijpostiger gedrag tegen de politie. Het gezag dat de functie vroeger uitstraalde leek soms volledig te zijn verdwenen. Hij was echter trots op wat hij deed en de waarden waar hij voor stond, en hij deinsde dan ook niet terug toen Bart te dichtbij kwam. Dit soort intimiderend gedrag was een kunstje dat hij waarschijnlijk op de bouw veel gebruikte om rauwdouwers als betonvlechters en grondwerkers in het gareel te houden. John kon zich voorstellen dat dit met de fysiek van Bart en zijn zware, lage stem goed zou werken. Ongetwijfeld een perfecte uitvoerder. Maar hem deed het niets.
‘Die jongens die de bouw hier elke week leegroven natuurlijk!’ antwoordde hij.
‘Zo vaak? Dan neem ik aan dat u hier beveiliging hebt rondlopen?’
Blijkbaar kreeg Bart door dat zijn intimiderend gedrag niet erg werkte want hij nam weer wat afstand en hief zijn handen ter onderstreping van zijn onmacht ten hemel.
‘Oh, dat hebben we zeker. Niet dat het helpt hoor. Die gasten hebben allemaal mannetjes op de uitkijk en ze waarschuwen elkaar met hun GSM. Klaar. Zelfs bewaking met honden ontlopen ze en ik mag van die halfzachte regering van ons weer geen bijtertjes los laten lopen op de bouw. Als zo’n rotzak wordt gegrepen door een paar Bouviers, verdwijnen zij niet in de cel maar ik wel. En dat weten ze. Klaar. Op de beelden van onze beveiligingscamera zijn ze soms gewoon te zien. Alsof het ze niets interesseert. Altijd met die capuchons zo ver over hun hoofd getrokken dat ze onherkenbaar zijn natuurlijk. Die gasten durven gewoon steeds meer en ze zijn vlug als water. Die pak je echt niet zonder de politie. Maar ja, jullie hebben het blijkbaar te druk met parkeerboetes uitdelen en je quotum halen…’
Bart wees naar het dak van het voormalige muziekcentrum. Daar was een compleet rood geschilderde kubus te zien die ooit waarschijnlijk gebruikt werd voor de toneelrekwisieten of de airconditioning van het muziekcentrum dat er onder lag. Door de bouwers was daarop in grote witte letters aangegeven naar welk adres het muziekcentrum tijdens de verbouwing was verplaatst en op welke website er meer informatie over het bouwproject kon worden gevonden. De website www.cu2030.nl was nog net te lezen maar de rest van de boodschappen was nagenoeg onleesbaar geworden door enorme graffiti. John meende de woorden ‘Mank!’ en ‘Itrick!’ te herkennen. De letters waren echter zo woest dat hij niet helemaal zeker was wat er stond. Het nut ontging hem ten enenmale maar hij moest toegeven dat deze muurkladderaars wel durfden. Half Utrecht zou ze toch moeten hebben kunnen zien terwijl ze op het dak met hun spuitbussen in de weer waren. Het politiebureau was om de hoek, het was bepaald niet een makkelijk te bereiken en te ontvluchten locatie en het lag in het midden van een bewaakt bouwterrein. Als ook maar iemand de politie een tip gaf zouden ze nooit op tijd weg kunnen komen. Ofschoon het bekliederen van het dak wel illustreerde dat er in de nachtelijke uren durfals op de bouw kwamen, kon John zich niet voorstellen dat hier Oost-Europese criminelen uiting aan hun expressieve gevoelens hadden gegeven. Naast de Oost-Europese criminelen van Bart waren er blijkbaar wel meer groepen personen die niet al te sterk onder de indruk waren van de beveiliging.
‘Maar u hebt dus camerabewaking hier?’
‘Niet dit gedeelte. Alleen bij de bouwketen en de containers met apparatuur.’
‘Waarom niet op het hele bouwterrein?’
‘Omdat ze die camera’s ook meejatten natuurlijk.’
John grinnikte.

Darling (en nog een hete ook)

_WaitressKill Your darlings is het advies aan elke schrijver. En terecht! Vandaag een leuke omdat u nu al op de voorpublicatie kunt lezen hoe het uiteindelijk is geworden.

Dit stukje komt helemaal uit het begin van Het Amazoneverbond. Het zat er nog in toen de eerste pagina’s werden geplaatst op TenPages. Echt slecht kan het stuk dus niet zijn, want de aandelen waren binnen 3 weken verkocht. Toch is het verwijderd omdat het de vaart uit het verhaal haalt en een beetje te veel herhaalt dat het heet is (ja, dat weten we nou wel). Als kritiek van de proeflezers kreeg ik terug dat het begin “sneller” moest worden. Weg dus met de warme, gezellige terrasjes en de korte jurkjes 🙂 Jammer, maar het is niet anders…

Hij verbaasde zich erover dat het zo vroeg in de morgen al zo warm kon zijn. Het was een plakkerige, broeierige week geweest na de langste winter sinds jaren. De winter had tot ver in de lente geregeerd, maar nu leek het of het voorjaar helemaal werd overgeslagen en de winter naadloos was overgegaan in hoogzomer. Nederland was zo ontzettend toe geweest aan een beetje zon dat de collectieve ontspanning voelbaar was op straat. Het zomerweer was fantastisch, dat vond iedereen, maar Nederland zou Nederland niet zijn als er niet werd geklaagd:
‘Het is hier ook altijd hollen of stilstaan met dat weer!’
‘Kan het hier nou nooit eens gewoon 22 graden zijn?’
‘Die luchtvochtigheid hier is niet om door te komen.’
Maar als ze eerlijk waren, konden zelfs de hardnekkigste mopperaars hun eigen volksaard nauwelijks serieus nemen na zo’n lange periode waarin de zon zich vrijwel niet had laten zien. De terrassen in de binnenstad van Utrecht zaten dagelijks tot diep in de nacht vol. De restaurantjes aan de grachten en werven draaiden overuren en ijs- en frisdrankleveranciers beleefden hoogtijdagen. Net als de studenten, die in de bediening op de terrassen een zakcentje bijverdienden. Ze moesten het nog ruim een maand volhouden voordat hun studiejaar erop zat en ze weer naar huis konden. Voor studeren was het echter veel te warm op hun kamers, en veel te gezellig in de stad. Het zweet droop van hun gezichten. De zwarte overhemden met restaurantlogo, die sinds een paar jaar wel een verplicht uniform leken voor iedereen die in de horeca werkt, maakten hun werk een zo mogelijk nog wat plakkeriger bezigheid. Als enige hadden zij wellicht gegronde reden om te klagen als ze alweer een zwaar dienblad vol verkoelende drankjes uitserveerden, maar de gulle tips van het goedgeluimde publiek maakten ook voor hen de warmte meer dan dragelijk. Ze werkten stug door en dachten aan het moment waarop hun dienst erop zat en ze hun fooien zelf konden uitgeven op een terras. En hoe dat eerste koude biertje zou smaken. Er ging toch werkelijk niets boven het studentenleven. De toekomst was van hen. De zon scheen. Het leven was goed.
Zoals elk jaar sinds zijn pubertijd verbaasde het John welk effect de zomerzon had op de vrouwen in de stad. Zonlicht deed iets met hun humeur. …en hun kledingkeuze. Zowel mannen als vrouwen waren met deze hitte – op een enkeling na wiens geloof of beroep dat niet toestond – natuurlijk luchtig gekleed. Maar de niemendalletjes die sommige vrouwen uit de kast trokken, konden volgens hem soms moeilijk anders worden geïnterpreteerd dan een zwoele uitnodiging tot contact. Niet dat hij zichzelf als expert zag op het gebied van de signalen die vrouwen afgeven. In tegendeel.
Voor zijn huwelijk met Iris had hij al geregeld moeten constateren dat hij blijkbaar de plank volledig missloeg op dat gebied. En bij haar vertrek had Iris hem nog even fijntjes uitgelegd dat hij ook tijdens zijn huwelijk weinig had begrepen van wat ze voelde en bedoelde. Dat had hem pijn gedaan, maar hij was nog altijd niet boos op haar. Hij was meer boos op zichzelf, omdat hij met al zijn analytische gaven en scherp oog voor detail het blijkbaar toch zo ver had kunnen laten komen dat ze was gegaan, en in de tweede plaats nu eigenlijk nog altijd niet begreep waarom ze was gegaan. Sindsdien twijfelde hij meer dan goed voor hem was over zijn vermogen om situaties te interpreteren. Maar hij zag wat hij zag, en hij voelde wat hij voelde. Wat hij op dit moment voelde was – behalve zijn knallende hoofdpijn – dat de loomheid die een temperatuur als deze met zich meebracht, niet meer was dan een draagvlak voor een koortsige spanning en een onverholen op elkaar letten en elkaar keuren. Het viel niet te ontkennen: In deze studentenstad met zijn tientallen terrassen en uitgaansgelegenheden was het jachtseizoen geopend. ‘Technisch weer’ heet dat in de buitendienst. Het moment waarop er buiten ineens van alles ‘gecontroleerd’ en gerepareerd moet worden. En iedereen vrijwilliger is voor die klus. Het leven was goed. Het leven was mooi.
‘Life sucks,’ mompelde John in zichzelf.